De Matteus Passion

De Matthaüspassion van Johann Sebastian Bach

[tabgroup]

De Matthäus-Passion of Mattheüspassie (BWV 244) is een Oratorium voor solisten, dubbelkoor en dubbelorkest gecomponeerd door Johann Sebastian Bach in 1727. ‘De Matthäus’ vertelt de lijdensgeschiedenis en het sterven van Jezus. Het is één van de bekendste werken van Johann Sebastian Bach (1685-1750) en wordt beschouwd als een fenomenaal meesterwerk  uit de Barokperiode.

‘De Matthäus’ is opgebouwd uit:

  • Recitatieven (de verhaallijn van het evangelie volgens Matthäus, gezongen door solisten),
  • Koralen (oorsponkelijk eenstemmige traditionele kerkliederen, die door Bach vierstemmig uitgewerkt zijn.),
  • Aria’s (persoonlijk gedichte teksten van Christian Friedrich Henrici, een Duitse dichter,meestal in A-B-A-vorm)
  • Het Koor: Het koor geeft commentaren  en beschouwingen vanuit de menigte op de gebeurtenissen.

Geschiedenis

Bach schreef zijn Matthaüspassie in 1727. Vermoedelijk werd deze voor het eerst uitgevoerd op Goede Vrijdag  (11 april 1727) in de Thomaskirche in Leipzig.Tijdens het leven van Bach werd de Matthäus slechts enkele keren uitgevoerd. Bach heeft aan deze Passie ook nog een paar keer gesleuteld. Hij verving onder andere in de continuo een van de orgels door een klavecimbel. De laatste uitvoering tijdens Bachs leven dateert van 1742 en Bach deed zijn laatste revisie nog later, in 1746. Tegenwoordig wordt meestal deze laatste versie uitgevoerd.

Na Bach’s overlijden in 1750 raakte veel van zijn muziek in de vergetelheid. Via allerlei familiaire omwegen kwam Felix Mendelssohn in aanraking met een volledige kopie van de Matthäuspassie. Vanaf dat moment was het Mendelssohns doel om de Matthäuspassie van Bach in ere te herstellen. Mendelssohn voerde enkele coupures door in het werk en deed een aantal aanpassingen aan de instrumentatie, maar liet het werk voor de rest intact. Mendelssohn zelf dirigeerde en voerde de Matthäuspassie van Bach opnieuw uit op 11 maart 1829, in Berlijn.


Verhaallijn

Het werk bestaat uit twee delen. Deel I opent met het koor Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen, waar koor I en II in een vraag-antwoord-dialoog gaan. Dat fragment schetst het beeld van een lam, dat op het kruis geslacht wordt en zet daarmee de toon voor de rest van het werk. De eerste scènes spelen zich af in Jeruzalem: Jezus kondigt zijn dood aan en de plannen om hem te doden worden ook reeds genoemd. In de volgende scène sluit Judas Iscariot een deal over de prijs om Jezus uit te leveren. Ondertussen worden de voorbereidingen van het Paasmaal in detail beschreven, evenals het Laatste Avondmaal met de apostelen, dat overschaduwd wordt door het naderende verraad. Na de maaltijd gaat het gezelschap  naar de Hof van Olijven, waar Jezus voorspelt dat Petrus hem drie  maal zal verloochenen voor de haan kraait. Jezus vraagt zijn volgelingen, enkele keren, om hem te steunen, maar ze vallen in slaap terwijl hij bidt. In dezelfde Hof van Olijven wordt Jezus verraden door de kus van Judas, zodat hij gearresteerd wordt.

Deel I wordt afgesloten met een vierdelige koraal O Mensch, bewein dein Sünde groß, dat ons mensen herinnert aan Jezus geboorte en dat hij naar de aarde gekomen is om bemiddelaar te worden voor de mensen.

De eerste scène van deel II handelt over het verhoor bij de hogepriester Kajafas waar twee getuigen beweren Jezus te hebben horen zeggen dat hij de Tempel zal vernietigen en in drie dagen opnieuw zal opbouwen. Jezus zwijgt, maar zijn antwoord op de vraag of hij de Zoon van God is, wordt beschouwd als heiligschennis en gezien als een gegronde reden voor zijn dood. Buiten krijgt Petrus  drie maal te horen dat hij bij Jezus hoort, maar tot drie maal toe ontkent hij dit, waarna de haan drie keer kraait.’s Morgens  wordt Jezus naar Pontius Pilatus geleid. Judas krijgt spijt van zijn verraad en pleegt zelfmoord. Pilatus ondervraagt Jezus , is onder de indruk en is geneigd hem vrij te laten. Het is gebruikelijk één gevangene vrij te laten voor het Paasfeest; Pilatus’ vrouw steunt hem daarin. Maar als het volk moet kiezen of Jezus dan wel Barabbas (een dief en moordenaar) moet worden vrijgelaten, roept het volk luid en duidelijk “Barabbas”!  Het volk wil Jezus kruisigen, Pilatus stemt toe en wast zijn handen in onschuld. Pilatus laat Jezus geselen en levert hem over aan het volk voor de kruisiging. Op weg naar de berg waar hij gekruisigd zal worden, wordt Simon van Cyrene gedwongen het kruis te dragen. Op Golgotha wordt Jezus samen met twee rovers gekruisigd en bespot door de massa. Zelfs zijn laatste worden worden niet begrepen. Als hij Psalm 22 citeert (Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten), denken sommigen dat hij de profeet Elia roept. Als Jezus sterft, scheurt het voorhangsel van de tempel middendoor en beeft de aarde. Bach drukt deze gebeurtenissen duidelijk hoorbaar uit in de keuze van zijn noten.’s Avonds  verzoekt Jozef van Arimathea aan Pilatus om het lichaam van Jezus te mogen begraven. De volgende dag wordt Pilatus herinnerd aan het gerucht van de opstanding en besloten wordt om wachters te plaatsen bij het graf.

Symboliek

Bach speelt graag met getallen. Zo is de getalwaarde van de naam BACH gelijk aan 14  (B is de 2e letter van het alfabet, A de 1e, C de 3e en H de 8e, samen is dat 14). Het getal 14 komt in de Matthäuspassie veelvuldig voor, er zijn bijvoorbeeld 14 koralen, wat dus terugslaat op de naam Bach. Minder bekend is dat 14 maal naar het Hart verwezen wordt.

De Matthäuspassie bestaat in totaal uit 68 muziekstukken. Naast de 14 koralen zijn er 27 passages waarin het evangelie wordt gezongen, en 27 overige stukken. Het getal 27 staat bij Bach voor de drie-eenheid van God (3×3×3). De 27 stukken evangelietekst bestaan uit in totaal 729 maten, wat het kwadraat is van 27. In het stuk wordt door het koor Herr, bin ich’s ? gezongen. Het is een fragment, waarin Jezus met de 12 apostelen aan het laatste avondmaal deel neemt.

Het woord Herr wordt elf keer gezongen, geen 12 keer, Judas (de verrader) zingt immers niet mee. Een ander duidelijk voorbeeld van symboliek vindt men in de muzikale omlijsting van Jezus: bij alle teksten die Jezus zingt, wordt hij begeleid door liefelijke strijkers, behalve bij z’n laatste woorden. Deze beroemde woorden luiden Eli, eli, lama asabthani, vertaald Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten; de volledige verlatenheid van Jezus wordt hier dus geïllustreerd door de afwezigheid van de strijkers. De Matthäuspassie eindigt met een groot septiem. Dit symboliseert de opstanding van Christus. Maar de symboliek komt ook op een minder subtiele wijze terug. De begeleiding van de Christuspartij in de recitatieven bijvoorbeeld gebeurt met een basso continuo. In totaal speelt deze basbegeleiding 365 noten, het aantal dagen in het jaar. Bach geeft hiermee aan dat Jezus de basis van alle dagen van het jaar vormt.

Trudy Derksen-Key.

Bronnen: bewerkte samenvatting van teksten uit boeken en websites.

[/tabgroup]