Op 17 november 2018 hoopt Valerius drie werken van Vivaldi uit te voeren: het Gloria in D-groot, R.V. 589,  het Magnificat, R.V. 610 en het Dixit Dominus, R.V. 595.

Wie was Vivaldi en wat beduidt de afkorting R.V.?

De voornamen van Vivaldi waren Antonio Lucio. Hij werd op 4 maart 1678 geboren in Venetië, waar zijn vader kapper en tevens een vermaard violist was. Vader Vivaldi leerde zijn zoon viool spelen en meldde hem aan bij de Venetiaanse Cappella di San Marco.

Antonio Lucio Vivaldi

Rond zijn 25ste levensjaar werd Antonio Vivaldi in de San Marco tot priester gewijd. Spoedig kreeg hij de bijnaam “Il prete rosso”, de rode priester, en dat had waarschijnlijk met zijn haarkleur te maken.

Al een jaar later hoefde hij echter niet meer aan de heilige mis deel te nemen. De reden was zijn slechte gezondheid: hij leed aan astma. Maar vermoedelijk speelde ook mee dat hij tijdens het opdragen van de mis aantekeningen zat te maken voor een nieuw muziekstuk…

Het grootste deel van zijn leven is Vivaldi als vioolleraar, dirigent en componist verbonden geweest aan het Conservatorio dell’ Ospedale della Pietà. Dit was een muziekschool voor meisjes die wees waren. Kennelijk waren er erg veel wezen in Venetië, want er waren maar liefst vier van dergelijke meisjesweeshuizen die muziekles gaven.  De enige stad in Italië waar een soortgelijk onderwijsprogramma bestond was Napels, maar daar waren het te vondeling gelegde jongens die muziekonderwijs kregen.

De meisjes van de muziekschool gaven vocale en instrumentale concerten van hoog niveau. Ze speelden op allerlei instrumenten en een Fransman, Charles de Brosses, schreef in die tijd: “Geen enkel instrument is groot genoeg om hen bang te maken!”  Vooral Vivaldi wist met zijn concerten, cantates en gewijde muziek het niveau zeer hoog te houden. Over zijn vioolspel schreef een andere recensent, de Duitser Johann von Uffenbach: “Vivaldi speelde een solobegeleiding, maar ik kan niet zeggen dat het mij behaagd heeft, want het is niet leuk te luisteren naar iets wat zo goed wordt uitgevoerd…”

Visuele afleiding door de aanblik van de musicerende meisjes was uitgesloten, want zij moesten zingen op de galerij vanachter een rooster…

Vivaldi werd ook aangesteld in het Teatro  Sant’ Angelo in Venetië. Daar klonken vele opera’s van zijn hand. Teveel, naar de zin van de gouverneurs van het Pietà-conservatorium die ontstemd waren dat Vivaldi zoveel tijd aan opera’s besteedde – en zij ontsloegen hem om hem na twee maanden toch maar weer te herbenoemen.

Hoewel Vivaldi als priester gebonden was aan het celibaat, heeft hij wel een metgezellin gehad. Het was de mezzosopraan Anna Girò, die met haar stem veel indruk op hem maakte en de ster werd in zijn opera’s. Het schijnt trouwens dat hij meerdere amoureuze affaires heeft gehad.

Het gedrag van Vivaldi als mens en musicus werd niet zo gewaardeerd in Venetië. Zo schreef een tijdgenoot, Benedetto Marcello, een pamflet tegen Vivaldi, die hij ervan verdacht plagiaat te hebben gepleegd met enkele oude Venetiaanse opera’s, die ietwat aangepast werden aan de stem van Anna Girò.

Maar in het buitenland werd Vivaldi geëerd als een van de grootste componisten van zijn tijd. Zo kreeg hij op 60-jarige leeftijd een uitnodiging om het orkest te leiden bij de viering van het 100-jarig bestaan van de Amsterdamse Schouwburg.

In 1740 vertrekt Vivaldi naar Wenen, nadat hij aan de gouverneurs van het Pietà 20 concerten heeft verkocht voor 70 dukaten en 23 lire. Een jaar later overlijdt hij in die stad, berooid, aan “inwendige ontstekingen”, 63 jaar oud. De precieze sterfdatum is niet bekend, maar de dag van de begrafenis wel: 28 juli.

Wat heeft Vivaldi zoal gecomponeerd?

223 concerten voor viool, 27 concerten voor cello en vele concerten voor andere muziekinstrumenten, 46 opera’s, een aantal symfonieën, 73 sonates, kamermuziek en gewijde muziek. Deze laatste muzieksoort brengt ons bij de twee werken die Valerius gaat uitvoeren: het Gloria in D-groot en het Dixit Dominus. Vivaldi heeft ook nog een ander Gloria geschreven, en verder onder andere een Magnificat en een Stabat Mater. Maar het bekendste werk is natuurlijk De vier jaargetijden, Le Quattro Stagioni, dat erg veel op de radio te horen is!

Vele van de composities van Vivaldi zijn jarenlang onder het stof blijven liggen. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat zijn werk aan het eind van zijn leven niet meer zo gewaardeerd werd. Bovendien was het in die tijd niet gebruikelijk om jaren eerder gecomponeerde muziek uit te voeren. Denk maar aan de herontdekking, een eeuw later, door Felix Mendelssohn van Bachs Mattheüs Passion! Tussen 1927 en 1930 werden vele composities van Vivaldi gevonden en pas na de oorlog uitgegeven. Er werden toen pogingen in het werk gesteld om een complete catalogus op te stellen, en de meest volledige is die van Peter Ryom, genaamd de Ryom-Verzeichnis, uitgegeven in 1973. En vandaar dus de afkorting R.V.

De muziek van Vivaldi heeft een vrolijk karakter en was in die tijd vernieuwend. Zijn vioolconcerten ontwikkelde hij in de richting van de wijze waarop later de grote klassieke concerten voor viool en orkest geschreven werden, bijvoorbeeld door Mozart en Beethoven. Bach bewonderde Vivaldi’s muziek en gebruikte diens vioolconcerten soms om ze te bewerken tot concerten voor klavecimbel en orkest, of voor 2, 3 of zelfs 4 klavecimbels. Enige jaren geleden is in de Bethelkerk in Barneveld het concert van Bach voor vier klavecimbels uitgevoerd; een buitenkansje om te horen, want vier klavecimbels zet men niet zo gauw bij elkaar! Ik herinner me dat het werk, dat niet zo lang maar uiterst boeiend is, twee maal gespeeld werd.

Maar niet alle componisten waren onder de indruk van Vivaldi’s werken: Zo zei Igor Stravinsky eens dat Vivaldi niet honderden concerten had geschreven, maar slechts één werk met honderden variaties…

Enfin, drie van die “variaties” zal Valerius dus gaan uitvoeren!

We wensen elkaar opgewekte avonden met deze vrolijke muziek.

Wim Schutte
Bronnen: Winkler Prins Encyclopedie, Wikipedia Encyclopedie, Kroniek van de Klassieke Muziek          (Alan Kendall, Gottmer, Haarlem)

 

Gloria

Van de werken van Vivaldi, die wij aan het instuderen zijn, is het Gloria waarschijnlijk het bekendste werk. De sfeer van dit werk is meteen bij de opening al duidelijk. Het gaat om een feestelijke lofzang. In de traditie van de kerk is het dan ook lange tijd gebruikelijk geweest dat het Gloria alleen gezongen werd op feestdagen.

Omdat we een Latijnse tekst zingen is niet altijd duidelijk wat we aan het zingen zijn. Daarom hierbij een beetje achtergrond informatie over het Gloria.

Het Gloria is een oude hymne uit de eerste eeuwen van de Christelijke kerk. Oorspronkelijk ging het om een Griekse hymne. In de 4e eeuw is deze hymne in het Latijn vertaald en heeft zo een plaats gekregen in de liturgie van de kerk.

De tekst met vertaling is als volgt:

Gloria in excelsis Deo, et in terra pax,  hominibus bonae voluntatis. Ere zij God in de hoge, en vrede op aarde voor mensen van goede wil.
Laudamus te, benedicimus te, adoramus te, glorificamus te. Wij loven U, wij prijzen U, wij aanbidden U, wij verheerlijken U.
Gratias agimus tibi, propter magnam gloriam tuam. Wij brengen U dank vanwege Uw grote heerlijkheid.
Domine Deus, Rex coelestis, Deus Pater omnipotens. Heer God, Koning van de hemel, God, almachtige Vader.
Domine Fili unigenite, Jesu Christe. Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus.
Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris, qui tollis peccata mundi, miserere nobis. Heer God, Lam van God, Zoon van de Vader, die de zonde van de wereld draagt, ontferm U over ons.
Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram. Die de zonde van de wereld draagt, aanvaard ons gebed.
Qui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis. Die zit aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over ons.
Quoniam tu solus sanctus, quoniam tu solus Dominus, quoniam tu solus altissimus, Jesu Christe. Want U alleen bent heilig, want U alleen bent Heer, want U alleen bent de allerhoogste, Jezus Christus.
Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris.
Amen.
Met de Heilige Geest in de heerlijkheid van God de Vader.
Amen.

Het eerste gedeelte herkennen we als het “Ere zij God” van de engelen in de nacht van Jezus’ geboorte (Lukas 2:14).

Dit eren van God wordt in het tweede gedeelte van de hymne voortgezet met de woorden “loven, prijzen, aanbidden, verheerlijken”. Uit de toonzetting van een oude versie van het Gloria blijkt, dat deze lofprijzing van God gebeurde door twee groepen zangers, die in een flitsende afwisseling deze woorden over en weer zongen, waardoor de lofprijzing nog meer kracht bijgezet werd. In dit gedeelte van de hymne gaat het om de heerlijkheid van God de Vader, die de Koning van de hemel genoemd wordt.

Het derde gedeelte bezingt Jezus Christus, de Zoon van God. Hij is de eniggeboren Zoon van God en het Lam van God, dat de zonde van de wereld draagt (Johannes 1:29). Dat tekent de vernedering van Jezus. Maar ook Zijn verhoging wordt genoemd, want Hij zit aan de rechterhand van de Vader. Het gebed om ontferming richt zich zowel tot Jezus als Lam van God, als tot Jezus die aan de rechterhand van de Vader zit.

Het gedeelte over Jezus wordt weer afgesloten met een lofprijzing: Quoniam tu solus… Mogelijk kunnen we in het “tu solus altissimus” ook een politiek statement horen. Alleen Jezus is de allerhoogste, in tegenstelling tot de claim van de Romeinse keizer, die als allerhoogste vereerd wilde worden.

In de eerste eeuwen van de kerk is er veel te doen geweest over de belijdenis van de drie-eenheid van God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In deze hymne wordt de drie-eenheid beleden door in de laatste regel ook de Heilige Geest te bezingen.

Wim Meijer

Bron: www.nsgvbreda.nl (Vereniging voor katholieke kerkmuziek)

Antonio Lucio Vivaldi

In mijn verbeelding wandel ik door Venetië.
Vanaf de basiliek San Marco langs het water in oostelijke richting.
Hier heeft hij gewoond, geleefd, gewerkt.

Op 4 maart 1678 ziet Antonio Lucio Vivaldi het levenslicht als zoon van Gianbattista Vivalde en Camilla Calacchio. Hij komt ter wereld op het moment dat Venetië getroffen wordt door een aardbeving. Hij wordt gedoopt door een vroedvrouw die bang is dat het zwakke kind zal sterven. Op 6 mei ontvangt hij in de kerk de doop als “aanvullende ceremonie”.

Antonio krijgt muziekles van zijn vader, die naast het beroep van kappe dat van violist in het orkest van de San Marco uitoefent. Vivaldi leert in muzikaal en maatschappelijk opzicht bijna alles van zijn vader.

Priester

In 1692 begint de jpnge Antonio een opleiding die in 1703 wordt bekroond met de wijding tot priester. “de rode priester” wordt hij genoemd, vanwege zijn kastanjebruine haardos en misschien ook wel vanwege zijn temperamentvolle karakter.

Binnen een jaar moet Vivaldi stoppen met het opdragen van de mis. Jaren later, op 16 november 1737, schrijft Vivaldi hierover in een brief aan zijn broodheer, Markies Guido Bentivoglio:

“Ik heb nu al vijfentwintig jaar de mis niet meer gelezen en ik zal dat ook nooit meer doen, niet vanwege een of ander veto of bevel …. Maar uit mijzelf en wel vanwege een ziekte waar ik al sinds ik werd geboren aan lijd en die zeer zwaar op me drukt. Nadat ik tot priester gewijd werd, heb ik ongeveer een jaar de mis gelezen en toen heb ik er verder van afgezien, omdat ik door diezelfde ziekte drie keer het altaar moest verlaten, voordat ik de mis kon beeindigen”.

Dat hij tijdens de kerkdienst het altaar moest verlaten, heeft het vaak doorvertelde verhaal in het leven geroepen, dat Vivaldi het altaar in de steek liet omdat hij een muzikale ingeving kreeg en vervolgens de noten in de sacristie ging noteren. Sommigen geloofden dat Vivaldi zijn ciekte veinsde.

Het zingen van de mis, onafgebroken minstens een uur, viel Vivaldi naar eigen zeggen dus te zwaar. Maar de energie die hij opbracht om talloze werken te componeren in snel tempo, maakt het begrijpelijk dat velen niet echt in zijn slechte gezondheid geloofden.

In 1703 wordt Vivaldi benoemd tot “Maestro di Violino di Coro” aan het Ospedale della Pietà. Vioolles geeft hij hier aan meisjes die weeszijn, als vondeling hier onderdak vonden. In de praktijk was het ook een tehuis voor dochters van edellieden en hun minnaressen. Het “weeshuis”  voer dan ook wel dankzij de steun van vele anonieme vaders.

Veel werken van Vivaldi worden in het Ospedale voor het eerst uitgevoerd. Het orkest geniet al gauw een grote reputatie. Reizigers die Venetie aandoen, wonen een uitvoering van de meisjes bij. Die overigens achter een scherm “verborgen” zitten tijdens het concert. Excellente musici worden zij onder de bezielende leiding van Vivaldi. Velen van hen brengen het tot een ster in hun vak.

Opera

In 1713 verhuist zijn  superieur in het Ospedale, Franscesco Gasparini, naar Rome. Vivladi moet vanaf dat moment ook sacrale muziek componeren. Maar hij wil meer, naar buiten treden met name, andere terreinen van de muziek verkennen. De opera trekt.

Zijn eerste opera, Ottone in Villa, verschijnt in 1713. Er komen er meer en ze worden in heel Noordoost-Italië uitgevoerd. Vivaldi probeert bij de uitvoeringen steeds zelf aanwezig te zijn. Hij gaat zich al meer toeleggen op opera en raakt verwikkeld in allerlei concurrentie. Zo beschouwt hij Georg Friedrich Handel als zijn grote tegenspeler.
Door zijn regelmatige afwezigheid raken de bestuurders van het Ospedale geïrriteerd. In 1723 wordt een regeling getroffen. Vivaldi mag reizen zoveel hij wil, zolang hij maar twee concerten per maand voor de meisjes in Venetië aflevert en toezicht houdt op de uitvoering ervan.

Vivaldi blijft in Venetië wonen tot 1718.  Dan verblijft hij enkele jaren in Mantua op uitnodiging van prins Philip van Hesse-Darmstadt om aan diens hof leiding te geven aan de muziek. De omgeving van de stad laat Vivaldi kennismaken met het platteland. Het is goed denkbaar dat hij hiet inspiratie opdeed voor zijn muzikale reis door de jaargetijden.

Na Mantua is Vivaldi voortdurend op reis. Hij duikt op in Florence, Milaan, Munchen en andere steden. Zo is hij in 1724 in Rome voor de uitvoering van zijn opera Giustino.

Anna Girò

Tijdens zijn verblijf in Mantua wordt de zangeres Anna Girò Vivaldi’s leerling. Zij treedt op als diva in de uitvoeringen van zijn opera’s. Met Anna en haar zuster Paolina reist Vivaldi door Italië en Europa. Een priester in gezelschap van twee vrouwen, dat vraagt om geruchten. En om kerkelijke maatregelen. Die blijven dan ook niet uit. Vivaldi zou gedurende het operaseizoen van 1737 in Ferrara dirigeren. Maar door de aartsbisschop wordt hem de toegang tot de stad ontzegd. Als reden wordt opgegeven zijn relatie met Anna Girò en zijn afwezigheid bij het opdragen van de mis.
De reputatie van Vivaldi begint af te brokkelen. De kerkelijke autoriteiten gaan steeds meer bezwaar maken tegen zijn wereldse leven. Zijn muziek raakt in Italië uit de mode. Bovendien verkeert hij telkens in financiële problemen. Hij verdient veel, maar hij geeft zijn geld ook snel weer uit.

Finale

In 1740 verlaat Vivaldi het Ospedale della Pietà. We weten niet war hij zich daarna ophoudt. Hij duikt op in Wenen waar hij de Oostenrijkse keizer voor de uitvoering van zijn muziek hoopt te winnen. Maar deze sterft in oktober 1740.
Op 28 juli 1741 overlijdt Vivaldi in Wenen. Hij is dan 63 jaar oud. Overleden aan “inwendig koudvuur”, mogelijk een maagkwaal. Een eenvoudige begrafenis valt hem ten deel op het Bürgerspital. Onder begeleiding van klokgelui voor de armen, zes baardragers en zes koorknapen die het Requiem zingen.

Na zijn dood is Vivaldi snel vergeten. Hij moet enkele eeuwen wachten voordat zijn muziek herontdekt wordt. Nog steeds worden in archieven onbekende werken van hem gevonden/

Uit: Het jaar van Vivaldi: hemel en aarde in onze seizoenen, geschreven door Hendrik Vreekamp