Die Schöpfung, Joseph Haydn – 21 november 2009

Een avondje uit met een gouden randje.

Dat gevoel gaf Valerius de bezoekers van een volle Bethelkerk tijdens de uitvoering van Die Schöpfung van Joseph Haydn.

door Dick van de Heg

BARNEVELD - Kunst en muziek zijn heel goed te combineren. Dat bleek afgelopen zaterdagavond tijdens het concert van COV Valerius. Voorafgaande aan de uitvoering gaf kunstenares Anneke Kaai een videopresenatie van enkele schilderijen, die zij heeft gemaakt met het thema ‘Schepping’. Haar schilderijen tonen de ordening vanuit de chaos. Hemel en aarde worden eenheid en aardse woestheid krijgt orde. Vanuit een pril gloren wordt het licht. De scheiding tussen water en aarde wordt aangebracht en zo ontstaan zee, kust en land, mooie beelden fantasievol weergegeven. Een goed begin.

Hierna is de muziek aan het woord. In weinig composities is het een componist zo goed gelukt om muziek en tekst aan elkaar te verbinden als in Die Schöpfung. Haydn overtreft daarmee Bach. Haydn heeft de muzikale inleiding van het oratorium buitengewoon spannend gecomponeerd. Het gaat dan ook om de voorstelling van de chaos van een woeste lege aarde. Gelijk werd duidelijk dat we met een prima orkest te maken hadden. Mysterieuze harmonisaties, gewaagde dissonanten en muzikale explosies wisselden elkaar af. De wijze waarop ‘Ensemble Conservatoire’ deze imponerende opening neerzette dwong respect af. En dat niet alleen; er mag worden gezegd dat het orkest de hoge kwaliteit gedurende het hele concert wist te garanderen.
Wanneer God het licht schept komt het koor voor het eerst aan bod. Mooi was het aandeel van de sopranen die extra glans gaven aan het ontstaan van het licht, helder, zuiver en transparant gezongen. Vanaf het begin gaf Valerius een visitekaartje af dat er mag zijn.Het hele concert zong het koor flexibel en liet een homogeen klankbeeld horen. Het koor was zelfverzekerd. Het mag dan zo zijn dat in het slotkoor de transparantheid wat te wensen overliet, gesproken mag worden van een zeer goede prestatie. Ger Vos had de touwtjes stevig in handen. Zijn wijze van dirigeren is enerzijds heel aanmoedigend en uitnodigend naar het koor en orkest maar anderzijds hanteert hij ook wanneer nodig een strakke directe koorleiding. Deze vorm van dirigeren komt de creativiteit van het koor zeer ten goede, want hij geeft daarmee de muzikale ruimte aan koor en orkest om echt muziek te maken en zich te verheffen boven de noten.
Het aandeel van de solisten in Die Schöpfung is groot. Het koor heeft in vergelijking hiermee een relatief bescheiden aandeel. Sopraan Esther Putter, tenor Joost van der Linden en bas Erks Jan Dekker, leverden samen een uitstekende prestatie. Esther Putter kwam buitengewoon goed tot haar recht in de aria ‘Nun beut die Flur das frische Grün’. Ze is een zangeres met enorm bereik en met een opvallend warme kleur in haar stem. Dit in combinatie met haar voordracht maakt het luisteren tot een feest. Tenor Joost van der Linden verving Harald Quaaden. Hij zong zijn partij helder en overtuigend. Vooral ‘de verwondering over de talrijke gouden sterren die het firmament versieren’ bracht hij op ontroerende uiterst muzikale wijze. Erks Jan Dekker leverde als bas een uitstekende prestatie. Tijdens het duet met Esther Puter in het derde deel van het oratorium imponeerde hij. Hij beschikt over een mooie stem, goede techniek, articulatie en voordracht. Al met al kan Valerius met deze uitvoering van Die Schöpfung een buitengewoon geslaagd concert aan haar reputatie toevoegen.

Kees de Fijter